Beschrijving
Missie cursus
Het doel van deze introductiecursus is om professionals die werken met gezinnen met jonge kinderen kennis te laten maken met de basisprincipes van Infant Mental Health en hoe je dit gedachtegoed kan toepassen in de (klinische) praktijk. De blended basiscursus stelt enerzijds theoretische uitgangspunten van Infant Mental Health centraal en wil tevens een accent leggen op praktische toepasbaarheid. Om dit laatste te bereiken, wordt binnen de blended basiscursus Infant Mental Health het Ecologisch model van Belsky als uitgangspunt genomen. Indien de cursus incompany wordt aangeboden, streeft de introductiecursus er tevens na dat je intern dezelfde taal gaat spreken, zodat je met elkaar op een eenduidige manier binnen je organisatie kan handelen met betrekking tot zwangeren en gezinnen met jonge kinderen.
Download hier de folder voor meer informatie over de introductiecursus.
Inhoud van de cursus
Na afloop van de cursus, kan de cursist..
In termen van kennis:
- De cursist kent na afloop diverse theorieën en modellen die veel worden gebruikt in de Infant Mental Health en weet deze toe te passen in de diagnostiek, begeleiding en/of behandeling.
Het betreft o.m.: Transdisciplinaire samenwerking gebaseerd op de IMH-visie (M. Rexwinkel), Theorie Weatherston, Cirkels Zero to Three, Ecologisch model Bronfenbrenner, Transactioneel Model (A. Sameroff), Ecologisch model (J. Belsky), Ghost and Angels (S. Fraiberg), Adverse Childhood Experiences, Port of Entry & Motherhood Constellation (D. Stern), Piramide van Greenspan, Cirkels van Veiligheid, Regulatiemodel (Beebe & Lachman), Window of Tolerance - De cursist geeft na afloop blijk van een gezinsgerichte of systemische visie. Dit betekent dat een cursist bij een hulpvraag van een gezin meerdere perspectieven (of ports of entry) kan innemen en hier rekening mee houdt; zowel van de (ongeboren) baby of peuter, gezinsleden en netwerk als van betrokken hulpverleners.
- De cursist weet na afloop wat de basishouding is binnen Infant Mental Health (zoals affectief afstemmen op de zorgen van ouders, “not knowing stance”, terughoudend zijn met adviezen, betrekken van de baby/peuter, mentaliseren ondersteunen bij ouder en kind, uitgaan van de competente baby, verplaatsen in de baby én ouders en leggen van verbanden tussen klachtgedrag in het hier en nu en de ontwikkelingsgeschiedenis van ouders).
In termen van vaardigheid:
- De cursist kan het affectief afstemmen op ouder en kind beginnend toepassen.
- De cursist kan na afloop aandacht besteden aan de belangrijkste risicofactoren en protectieve factoren in contact met gezinnen met jonge kinderen, zoals individuele verschillen als het gaat om temperament, sensorische gevoeligheid, maar ook ouderfactoren zoals psychopathologie bij de ouder en intergenerationele overdracht van gehechtheid, en tot slot: contextfactoren zoals cultuur, meegemaakt trauma en een netwerk aan steunende relaties die de groei en ontwikkeling van het kind bevorderen en veerkracht bevorderen.
- De cursist kan na afloop een samenhang beschrijven van ontwikkeling van klachtgedrag binnen een gezin met jonge kinderen en weet daarin verschillende risicofactoren en beschermende factoren te plaatsen.
- De cursist kan na afloop begrijpen hoe een interventieplan kan bestaan uit diverse onderdelen, waar ouders en indien nodig andere professionals bij betrokken zijn.
- De cursist kan na afloop een eerste indruk formuleren over de ouder-kind relatie op basis van observatie en gesprek.
- De cursist kan na afloop op beginnend niveau schadelijk gedrag herkennen tussen ouder en kind.